Sjraar Cox: “We hebben maar een keus, samenwerken in het belang van heel Zuid-Limburg.”

Inleiding
Sjraar Cox (59) zit nu in zijn tweede termijn als burgemeester van Sittard-Geleen. Als zijn gezondheid het toelaat wil hij die ook graag afmaken. Grappend: ”Ik moet wel, want ik kan ook niet veel anders”.
Cox oefent al decennialang het ambt van burgemeester uit. Via Diever (Drenthe), Nuth en Veldhoven (Brabant) is hij, geboren in Maasbree, weer in Limburg terechtgekomen. Vanaf 2006 is hij eerste burger van Sittard-Geleen. Cox is een routinier en opvallend ontspannen tijdens het gesprek. Vriendelijk en ter zake kundig. Elke vraag wordt in rap tempo voorzien van een antwoord. Op een enkele na. Deze bijvoorbeeld: Wat is het belang van Sittard-Geleen om Maastricht te steunen in haar wens om culturele hoofdstad te worden van Europa in 2018? Dan blijft het een aantal seconden stil voordat de uitleg komt. “Wij hopen dat de culturele hoofdstad uitstraling heeft op heel Zuid-Limburg. Bovendien hoop ik dat het vooral een economische meerwaarde heeft voor het gebied. Dat kunnen we allemaal goed gebruiken.”
Soms doe je dingen samen met je partners waarbij een partner sterker is dan jijzelf, legt hij uit. “Het accent ligt nu op Maastricht. Nog teveel vind ik. Want als ik dat dikke aanbiedingsboek lees, dan moet ik goed zoeken om de naam van Sittard-Geleen te vinden. Dat moet dus nog wel een beetje worden aangepast.“

Samenwerking
Cox ziet  de bijdrage aan de culturele hoofdstad van Sittard-Geleen als onderdeel van de noodzakelijke en gewenste samenwerking in Zuid-Limburg. Het is de rode draad van het gesprek. Nog niet zo heel lang geleden ging iedere stad zijn eigen weg. Daar is nu geen sprake meer van. Uit nood of uit liefde, het maakt Cox niet uit als er maar wordt samengewerkt.
Er waren tijden, zo weet de verslaggever, dat de twee andere Zuid-Limburgse steden weigerden met elkaar zaken te doen. De ene stad probeerde de kroonjuwelen van de andere in te pikken. Zo wilde Maastricht graag dat het hoofdkantoor van DSM van Heerlen naar de provinciehoofdstad verhuisde. En op kleiner niveau wilde Maastricht het Holland Casino uit Valkenburg schaken om het een plekje te geven binnen haar stadspoorten.
Het is een publiek geheim dat de voormalige burgemeesters Leers (Maastricht) en Gresel (Heerlen), beiden van het CDA, niet elkaars beste vrienden waren, om het eufemistisch uit te drukken. Gresel verklaarde ooit naar samenwerking met Maastricht gevraagd: “Ik ga liever naar Aken om zaken te doen dan samen te werken met Maastricht.”
Die tijden zijn nu veranderd. Tot grote opluchting van Sjraar Cox. “Ik heb met Paul Depla van Heerlen en Onno Hoes van Maastricht een geweldige relatie. Zij begrijpen dat we geen andere keus hebben dan samen te werken als we Zuid-Limburg op de kaart willen zetten. Een gebied waar zo’n zeshonderdduizend mensen wonen. Vergeet dat niet.”
Allen voor een en een voor allen. Dat is het devies. Alsof de drie musketiers uit hun graf zijn herrezen.
Als in september niet de keus op Maastricht maar op Eindhoven of Leeuwarden valt als culturele hoofdstad namens Nederland, is hij ernstig teleurgesteld. “Dan moeten we ons verlies nemen, maar in deze tijd moeten we investeren in dit soort projecten, moeten we durven, een beetje ondernemen, anders gaan we de slag echt verliezen.”
Samenwerking kan alleen slagen als je uit gaat van gelijkwaardigheid, zegt Cox. Niet alleen in woorden, maar ook in daden.” Sittard-Geleen is de meest loyale samenwerkingspartner in Zuid-Limburg volgens de burgemeester. “Wij hebben de kleinste dubbele agenda. Wij kunnen en willen graag samenwerken, maar hebben ook ons eigen belang.” Het mag niet zo zijn, zegt Cox, dat Sittard-Geleen een soort open reservaat is waaruit iedereen ‘s morgens vertrekt. “Dan zit het niet goed.”
Er zijn nu punten die heel goed gaan in de onderlinge samenwerking, maar ook die minder goed uit de verf komen. Cox geeft als voorbeelden het vervoer en wonen. Hij pleit voor daadkracht. Die twee onderwerpen moeten “in de gezamenlijke versnelling”. We moeten daarbij voorkomen dat er dikke rapporten worden geproduceerd die geen resultaten opleveren.” Hij noemt ook onderwerpen die juist dankzij de samenwerking beter op de politieke agenda zijn terechtgekomen. De verbreding van de A2, Brainport, de Chemelot-campus in Sittard-Geleen en Health Campus in Maastricht. Allemaal voorbeelden van het gezamenlijk creëren van hoogwaardige werkgelegenheid. “Dat is in ons gezamenlijk belang in Zuid-Limburg.”

Chemelot
De Chemelot-campus waar allerlei kleine hoogwaardige bedrijven zich verzamelen, is een succes aan het worden. Er werken veel hoog opgeleide mensen. Een deel van hen komt van buiten de provincie of vanuit het buitenland. “Wij constateren dat die mensen een voorkeur hebben voor wonen in Maastricht. Ondanks onze goede samenwerking is er niks mis mee om dat om te buigen. Om die mensen te verleiden tot het vinden van een huis in onze gemeente.” Cox gaat niet de concurrentie aan met Maastricht maar hij wil er voor zorgen dat de voorzieningen in zijn gemeente op zo’n hoog niveau zijn dat die hoogopgeleide mensen Sittard-Geleen als alternatief voor Maastricht ontdekken.
Hij vindt het ‘klein denken’ als je elk jaar alleen maar naar je eigen stad kijkt. Als de totale bevolking in Zuid-Limburg op niveau blijft is dat belangrijker dan dat een er een paar meer heeft en de ander wat minder. “Het totale gebied moet aantrekkelijk zijn en blijven. Op alle fronten.”
Regiobranding kan daarbij een rol spelen, maar ook deze campagne levert geen busladingen met nieuwe inwoners op geeft Cox toe. Wel heeft de gezamenlijke campagne tot bewustwording en trots in Zuid-Limburg zelf geleid. “Het is nu eenmaal een prachtig gebied waar het heel prettig wonen is. Dat dat nu eens goed wordt uitgedragen heeft zeker mijn zegen.”
De ontwikkelingen bij Chemelot zijn niet alleen gunstig voor de hooggeschoolde kenniswerkers. Op termijn biedt het ook werk aan minder geschoolden. Volgens Cox, die daarbij cijfers aanhaalt van de ontwikkelingen in en rond Eindhoven,  betekent dit dat er met een werkplek voor een hooggeschoolde ook werk komt voor zes lager geschoolden. De opleidingen van de laatste groep is een zorgenkind voor de burgemeester. “Wij doen er alles aan om de vmbo’s en de mbo’s ervan te overtuigen dat zij een vakkenpakket moeten bieden dat aansluit op de behoeften uit de markt.” Het gevaar bestaat volgens Cox dat als de kleine hoogontwikkelde bedrijfjes in de omgeving niet het juiste personeel kunnen vinden, dat ze wegtrekken. “En dat moeten we koste wat kost zien te voorkomen. Vandaar onze inzet naar die onderwijsinstellingen toe.” Cox realiseert zich dat hij en zijn collega’s geen enkele invloed kunnen uitoefenen op het inhoudelijk vakkenpakket. Wel wil hij de instellingen erop wijzen dat hun toekomst ook afhangt van jongeren met de juiste opleiding. Opleidingen die aansluiten bij de vraag uit het bedrijfsleven. “Gelukkig is dat geen ingewikkelde exercitie die wij moeten doen. Het besef is  ook bij de directies van die onderwijsinstellingen aan het doordringen.”

Erg eenzijdig beeld
Voor aanvang van het gesprek moesten we nog even wachten. De woordvoerster van de burgemeester moest eerst nog iets met hem
Bespreken over een ondernemer die de krant had benaderd met zijn grieven. Cox: “Ach ja, dat zijn zaken die er allemaal bij horen. Het zijn niet de leukste dingen, maar je moet het wel goed afhandelen om te voorkomen dat je boze gezichten houdt.” Hij citeert een recent onderzoek gedaan door de gemeente naar de ervaring van de burgers met het gemeentelijk apparaat. Dat leverde naar zijn zeggen veel tevreden burgers op. Hij verbaast zich er over dat de media dat dan niet oppikken. Goed nieuws is geen nieuws, dat weet hij ook wel. “Maar het mag door de media ook wel eens gezegd worden als een gemeente het goed doet. Ze zijn er als de kippen bij als er fouten worden gemaakt, dat is ook hun taak, laat daar geen misverstand over bestaan, maar het beeld wordt ook af en toe wel erg eenzijdig neergezet.”
Er gaat heel veel goed in zijn gemeente, vertelt Cox. Er gaan ook dingen fout of kunnen worden verbeterd. “Maar het zijn zware economische tijden en we zijn al heel blij als we kunnen behouden wat we nu hebben.” Eind van dit jaar gaan de eerste palen de grond in voor nieuwbouw van De Dobbelsteen, een multifunctioneel gebouw in het centrum van Sittard, bestemd als nieuw onderkomen voor onder meer het museum Het Domein en Zuyd Hogeschool. “Een grote publiekstrekker, een winkel van naam en faam, is naast deze twee van belang om De Dobbelsteen nog aantrekkelijker te maken. Daar zijn we naar op zoek.” De bouw van het nieuwe complex moet het aansluitende gebied naar het station toe eveneens een impuls geven. Het is een gebied dat een duidelijke stimulans kan gebruiken. Tegenover het station is fraaie nieuwbouw gepleegd, maar wie vijftig meter doorloopt komt in aanloopstraten terecht die, net als in veel andere steden, lijden onder een mix van verpaupering en winkelleegstand. In dit soort straten slaat de recessie meedogenloos toe. De gemeente heeft daar weinig invloed op, houdt de boel goed in het oog, maar is afhankelijk van de “markt” en de ontwikkelingen die er spelen. Daarom is er de verwachting dat als De Dobbelsteen eenmaal is gebouwd, het als katalysator van een groter gebied gaat optreden. Een grote trekker is daarvoor van belang
“Als je steden als Maastricht of bijvoorbeeld Groningen binnenkomt dan ruik je de studenten. Wij hebben hier zo’n vijfduizend studenten van Zuyd Hogeschool en Fontys. Dat geeft reuring en dat trekt weer andere mensen aan. Dat moeten we hebben, dat geeft leven. “

Blij
Cox herinnert zich dat  toen  het oude, in de stad gelegen ziekenhuis er nog was veel werknemers tussen de middag hun weg in de stad zochten. Dat bracht leven. Door de ligging van het nieuwe ziekenhuis, midden in de gemeente Sittard-Geleen maar fysiek in het buitengebied, is die aanloop naar de oude binnenstad verdwenen. Sittard-Geleen heeft volgens Cox veel te bieden. “Onze ligging is heel goed. We hebben binnen onze grenzen een geweldige campus, Chemelot, met een bedrijvengebied waar flinke investeringen plaats hebben. En ik vind dat we een ondernemersklimaat hebben waar menig stad een puntje aan kan zuigen.” Daarnaast noemt hij het behoud van Nedcar een heel positief gegeven. “De toekomst daarvan zag er heel somber uit, maar gelukkig is dat door de overname door Van der Leegte en de toezegging van BMW om hier auto’s te gaan bouwen, heel anders komen te liggen.” De vooruitzichten zijn zelfs zo goed dat er naar verwachting op termijn voor drieduizend man werk komt in de fabriek. “En dan te bedenken dat er in Genk zo’n 4500 man door Ford uit zijn gezet. Dan mogen wij blij zijn dat we door een goede samenwerking met de provincie en het ministerie van economische zaken dit voor elkaar hebben gekregen.”
Volgens Cox is Wim van der Leegte zo blij als een kind met Nedcar. En dan lachend: “Bijna net zo blij als ik als kind was met mijn eerste Meccanodoos.”
Later in het gesprek wijst hij nog de nieuwe sportzone aan als een zeer positieve ontwikkeling in de stad.  “In de sportzone werken sport, onderwijs en DSM samen en dat gaat naar verwachting veel opleveren. Zowel voor de breedtesport als voor de topsport.” Op de sportzone wordt nu van alles gebouwd. Er verrijst een topsporthal waar 2500 mensen op de tribune kunnen zitten. De vaste bespeler van de hal wordt de handbalclub Lions, waarvan Cox fan is. De hele zone is een grote investering van naar schatting tweehonderd miljoen euro.

Centrum
Als minpunt noemt hij dat Sittard-Geleen nog onvoldoende naar de buitenwereld duidelijk maakt welke kwaliteiten de stad heeft met haar 94.000 inwoners. Sittard-Geleen wordt gevormd door de twee stedelijke kernen met veel buitengebied er omheen. Heel anders dan bijvoorbeeld Maastricht dat een compacte stad is. “Wij hebben er last van dat je bij ons niet van een centrum kunt spreken”. Sittard heeft een zeer aangename authentieke kern met een divers winkelaanbod. Geleen is daarentegen voor menig buitenstaander niet echt aantrekkelijk. Er moet veel inspanning worden verricht om daar het klimaat te verbeteren, geeft Cox toe, die terecht de kanttekening maakt dat Geleen een veel jongere stad is die niet de kenmerken en gezelligheid heeft van het veel oudere Sittard.
Investeren in het ene deel van de stad leidt onderling niet meer tot scheve ogen. In 2007 opende Cox samen met toenmalig gouverneur Leon Frissen een nieuw winkelcentrum in Geleen. Hij geeft toe dat er nog steeds bloedgroepdiscussies zijn. “Maar ze leveren zo weinig op. Wijzen naar elkaar is niet productief. Elk onderdeel moet uitgaan van zijn eigen kracht en gezamenlijk levert dat meer op dan elkaar vliegen af te vangen.” Zo kijkt hij er tegen aan, niet alleen lokaal maar ook zoals gezegd regionaal, op Zuid-Limburgse schaal. “Ik heb er een hekel aan als mensen bij me komen en zeggen: je moet het zus of zo doen. Dan denk ik: en wat doe je zelf dan? Ik heb liever dat ze bij me komen en zeggen: we willen dit of dat en dan de mouwen opstropen om het voor elkaar te brengen. Mensen die aan de kant staan en alleen maar bekritiseren, daar schiet je niets mee op.”

Plasterk
In zijn laatste nieuwjaarsboodschap laat Sjraar Cox weten dat het inwonertal van Sittard-Geleen gedaald is met 491 inwoners tot net iets meer dan 94.000. Op de langere termijn krimpt de bevolking tot naar schatting 82.000 inwoners. De huidige regering, in de persoon van minister Ronald Plasterk van binnenlandse zaken wil dat er in Nederland door herindeling gemeenten ontstaan vanaf honderdduizend inwoners. Cox is daar fel op tegen. Toevalligerwijs verklaarde de PvdA-minister een dag na het gesprek dat het getal van honderdduizend geen keihard cijfer meer is. Veel burgemeesters van vooral kleinere gemeenten zijn tegen schaalvergroting en wijzen erop dat de afstand tussen bestuur en bevolking er ongewenst door wordt vergroot. Onderzoek van de universiteit Groningen heeft aangetoond dat grotere bestuurseenheden niet leiden tot bezuinigingen maar juist tot meer uitgaven. Cox: “Als hier in 2003, bij de laatste herindeling ook Nieuwstad was betrokken, waren we nu een stad van die omvang. Maar daar gaat het niet om. Wij willen als lokale overheid juist een andere kant uit. Wij willen de zaken juist kleiner maken, meer op wijkniveau organiseren, dichter bij de mensen. Binnen de algemeen geldende kaders, maar wel op wijkniveau omdat wij ervan overtuigd zijn dat je dan beter kunt inspelen op de mogelijkheden van de mensen in de wijken. “
Cox ‘gelooft er geen hout van’ dat de door de regering voorgestelde herindeling doorgaat. Deze regering is volgens hem niet bezig met mensen, maar puur met bezuinigen. Allerlei wetgeving komt terecht op het bordje van de gemeente, onder meer jeugdzorg, AWBZ en WMO. “Als we dat moeten uitvoeren moet er ook wel het budget voor zijn. Als ik hoor dat we soms met vele tientallen miljoenen minder hetzelfde moeten uitvoeren, dan zeg ik: ho, ho, regering doe het dan zelf maar.” Hij denkt dat op de WMO tien procent bezuinigd kan worden door de regels strakker aan te trekken en door slimmer om te gaan met het geld. Bezuinigingen van dertig procent ziet hij niet behaald worden. “Dat vind ik volstrekt onmogelijk.”

Verlies
Cox ergert zich eraan dat deze snel in elkaar gestoken regering zaken niet goed heeft doordacht. Hij noemt de zorgpremie en het gebrek aan steun in de Eerste Kamer. “Dat is toch idioot? Dat had iedereen toch kunnen zien toen dat kabinet werd gevormd? Daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben. Ik begrijp daar niets van.” Hij moppert nog even door over de compromissen die de regering nu met allerlei partijen moet sluiten om zaken voor elkaar te krijgen in de Eerste Kamer. “Als wij Sittard-Geleen zo zouden besturen hadden we toch een fiks probleem.” De regering moet volgens Cox naar een groter en breder akkoord met andere partijen zien te komen wil hij het vertrouwen in het kabinet niet kwijt raken. “Wat me het meest ergert als lid van de Partij van de Arbeid is dat Samsom ongeveer de enige is die het regeringsbeleid verdedigt. Straks is hij de enige verdediger van een beleid dat niet te verdedigen is. En dat gaat de partij zeker zetels kosten. Daar ben ik van overtuigd.” Nog geen week na het gesprek blijken de regeringspartijen inderdaad veel sympathie kwijtgeraakt te zijn onder de kiezers. Polls wijzen op verliezen van tientallen zetels.

Voetbal
Onvermijdelijk komen ook de sportclubs in het gesprek aan de orde. In zijn jeugd deed Cox aan tafeltennis en als burgemeester speelde hij mee in het Nederlands burgemeesterselftal. Naar eigen zeggen meer als vulling van het team dan als dragende speler. Natuurlijk houdt hij alle ontwikkelingen rond de handbalploegen, voetbalclub Fortuna Sittard en de Eaters, de ijshockeyploeg in de gaten. We praten nog even door over het betaald voetbal dat net als andere sectoren van het bedrijfsleven een moeilijke tijd doormaakt. De drie Zuid-Limburgse clubs worstelen zich door zwaar weer heen. Geen politiek bestuurder durft na de poging tot fusie van de drie clubs tot FC Limburg zijn vingers nog aan dit onderwerp te branden. Cox houdt de voortgang bij Fortuna vooral in het oog vanwege de ontwikkelingen bij de sportzone die naast het stadion ligt. Het zou heel ongunstig zijn voor de de sportzone als er door wat voor reden dan ook,  een leeg voetbalstadion zou staan. Dat moet niet gebeuren vindt hij. Cox weet ook dat Fortuna ondanks haar naam geen onbezorgde toekomst heeft.  “Als je tevreden bent over het niveau waarop Fortuna nu voetbalt hoef je de club niet af te schrijven. Maar als je de illusie hebt dat het allemaal op hoger niveau kan en  zowel Fortuna als MVV en  Roda in de eredivisie spelen, dat voorspel ik dat dat niet uitkomt. Daarvoor is Zuid-Limburg te klein, is er onvoldoende draagkracht. Zowel financieel als qua supporters.”

George Vogelaar