Gadget

Een dag voordat de nieuwe iPhone 5 te koop is, is er bij ons thuis een ander hebbedingetje binnengekomen: de iPad 2. Moeder de vrouw kreeg hem voor haar werk en ik feliciteerde haar en dacht aan de kinderen die al een jaar of wat zeuren over zo’n ding, vooral als we op vakantie gaan… want dan kunnen ze zo lekker naar films kijken onderweg.

Ik heb een smartphone,  geen iPad. Ik vind het een prachtig maar tegelijk erg onhandig ding. Kun je een iPhone bij wijze van spreken gewoon in je broekzak steken, voor zo’n iPad moet je toch altijd een tas meenemen. En daar zie ik nou zo tegenop. Ik heb juist een smartphone genomen omdat zo’n ding alles combineert wat je anders apart mee moet sjouwen. Een telefoon, een agenda, een fototoestel, een spelletjesmachine en allerlei handige programmaatjes waarmee ik het nieuws kan volgen.

Ik weet dat dat ook allemaal op een iPad zit, maar nogmaals je steekt hem niet in je broekzak of in je binnenzak van je colbert. Voor vrouwen ligt dat anders blijkbaar. Die dragen tegenwoordig een meer grote dan kleine tas en vervoeren daar van alles in wat ze in de loop van een dag maar denken nodig te hebben. Laatst viel de tas van mijn vrouw per ongeluk van de stoel. Ik keek mijn ogen uit wat er allemaal uit rolde, vooral het aandeel snoep was enorm. Natuurlijk neemt ze er maar een of twee per dag, zei ze, maar het waren wel drie rollen drop, mentos en nog zoiets.

En bij die voorraadkast komt nu dus de iPad. Die tas van haar is zo groot dat de iPad bijna niet opvalt in die verzameling aan dossiers, aantekenboekjes, zakdoekjes, snoepjes, etcetera.

We hebben meteen even samen aan tafel geprobeerd hoe zo’n ding werkt en ik moet zeggen: het formaat is onhandig, daar blijf ik bij, maar wat een prachtig stuk speelgoed. Zeker als je de spelletjes uitprobeert. De kleuren spatten van het scherm af. Omdat wij beiden, mijn vrouw en ik een  tikje digibeet zijn, lukte die spelletjes dus niet, hoe goed we ook ons best deden. Daar hebben wij of het geestelijk vermogen niet voor, of we missen de coordinatie tussen onze ogen en onze vingers waardoor we  aldoor net iets te laat het scherm aanraakten  waardoor het poppetje ergens keihard tegenaan botst en het spelletje voorbij is en wij af zijn.

Misschien moeten we wat oefenen, stelde ik voor.

Waarom, ik hoef dat helemaal niet te kunnen, antwoordde ze.

Maar dat is toch handig als je weer in zo’n saaie vergadering zit. Dan kun je zo’n spelletje  doen, adviseerde ik.

Nee hoor, dan ga ik wel mijn e-mails beantwoorden, zei ze plichtsgetrouw.

Over een tijdje, zo voorspelde ik haar, ga je  toch spelletjes doen. Werk je eerst je post bij, lees je je stukken voor de volgende vergadering en dan gaap, gaap, ga je toch zo’n spelletje doen. Moet je wel het geluid uitdoen want anders lijkt het net of je die vergadering niet interessant vindt…

Ze knikte en ik zag in haar ogen dat ze heel even aan die vergadering van vandaag dacht en de momenten dat ze het liefst zou willen opstappen om iets nuttigers te doen dan daar in zo’n kamer te zitten.

Die raakt aan haar iPad verslaafd, wat ik u brom, net zoals ik aan mijn smartphone. Daar kan ik ook niet meer zonder. Hoe lang geleden is het dat de eerste mobiele telefoons breed verkocht werden? Nog geen twintig jaar. Nog geen twintig jaar en kijk hoeveel verslaafden er zijn die niet meer zonder dat ding kunnen. Waaronder ik dus en straks mijn vrouw aan haar iPad.

Tot slot: net nu ik dit zit te schrijven, krijg ik een mailtje binnen van KPN. Of ik geen iPhone 5 wil bestellen. Dat kan toch geen toeval zijn…